De Boekenmolen – Anna Dlabačová

Anna Dlabačová is universitair docent aan het Leiden University Centre for the Arts in Society. Ze heeft onlangs een ERC Starting Grant ontvangen voor onderzoek naar laatmiddeleeuwse gebedenboeken. Hier vertelt ze waar ze momenteel aan werkt.

Op het moment dat ik dit schrijf ben ik een artikel over incunabelen als ‘work in progress’ aan het afronden voor het Gutenberg-Jahrbuch. Het stuk is een bewerking van een lezing die ik afgelopen september heb gegeven tijdens de workshop ‘Norm und Abweichung im Buchdruck des 15. Jahrhunderts / Standards and Variations in Fifteenth-Century Printing’ georganiseerd in het kader van het DFG-project ‘Materiale Textkulturen’ in Heidelberg.

Voordat drukkers (eventueel samen met de auteur en/of editeur(s)) de vorm vonden die zou aanslaan, verschenen vaak verschillende edities. De ‘vorm’ heeft natuurlijk niet alleen betrekking op de vormgeving van het boek, maar ook op de tekst zelf. Ook tijdens het drukken konden nog teksten aan een editie worden toegevoegd. Het samenbrengen van verschillende teksten in één editie is een opvallend fenomeen dat naar mijn mening nog onvoldoende belicht is. De afgelopen jaren is er relatief veel aandacht voor de zogenoemde Sammelbände waarin lezers teksten in verschillende edities bij elkaar brachten. Maar tijdens het bestuderen van drukken met religieuze teksten uit het fonds van de bekende drukker Gerard Leeu, viel mij op dat edities niet zelden meer dan één tekst bevatten. Zo lijken incunabelen niet alleen qua uiterlijk en vormgeving op handschriften, maar (vooral) ook wat betreft de (onderliggende) tekstcultuur.

Een mooie casus die ik in het artikel gebruik om het fenomeen van compilatie in vijftiende-eeuwse drukken nader toe te lichten is de totstandkoming van de Spiegel der volcomenheit, een boek dat Gerard Leeu in 1488 drukte te Antwerpen (zie afbeelding; niet te verwarren met de Spieghel der volcomenheit van Hendrik Herp of met de ‘Kartuizerspiegel’ toegeschreven aan Lanspergius, iets wat in catalogi en bibliografieën overigens nog vaak gebeurt). De Spiegel der volcomenheit is eigenlijk alleen de eerste van drie teksten, zoals ook te zien op de titelpagina. Deze compilatie kwam tot stand in maar liefst drie fases die een periode van bijna tien jaar bestrijken. In 1479 drukte Leeu een tekst over de mis. Vervolgens verscheen deze tekst ergens in de jaren 1480-82 opnieuw in ingekorte vorm, maar samen met een dialoog tussen de ziel en de hemelse bruidegom. Ongeveer tegelijkertijd verscheen nóg een tekst (Korte lering uit de schrifturen der heiliger leraars) waarin de delen zijn verwerkt die uit de tekst over de mis waren verwijderd. In 1488 werden de drie teksten samengevoegd tot één boek dat populair bleef tot in de zestiende eeuw. Pas in deze editie kreeg de Korte lering de titel Spiegel der volcomenheit. De zoektocht naar een succesvol boek en een succesvolle combinatie van teksten is in opeenvolgende incunabeledities goed te volgen. Het maakt ze tot fascinerende werken in uitvoering.

Afbeelding: Titelpagina van Leeus editie van de Spiegel der volcomenheit, de Devote oefening en de Devote vermaninghe uit 1488. Den Haag, KB, 1084 D 4.